Ganzen zijn grazers, brood voeren is slecht voor dier en woonwijk

Ganzen eten behalve gras, gemengd graan, andijvie, wortel en eventueel een kleine hoeveelheid brood. Ganzen hebben dagelijks vers water nodig. Maar brood heeft niet de juiste voedingswaarde. De vertering van dit soort voedsel kost ganzen meer moeite ‘want ze zijn er niet op gebouwd’.

Voeren is ook niet goed voor de conditie. Dieren worden lui en lusteloos. Normale beweging is goed voor de ontwikkeling van botten en spieren, het uithoudingsvermogen en de weerstand van deze dieren. Op plekken waar wordt gevoerd, ontstaat overbevolking. Te veel dieren op een te kleine plek leidt tot agressief gedrag.

Het grootste probleem is de grote hoeveelheid dagelijks geproduceerde poep. Water en bodem worden bevuild. Beplanting kan door ontlasting verdwijnen. De poep van een gans is bijna net zo groot als een hondendrol. Dus kun je je voorstellen hoe de wandelpaden en steigers in Toolenburg er gaan uitzien. De vogels poepen de straat en wijkbankjes onder. Ganzen trekken in steeds grotere aantallen naar deze omgeving omdat ze makkelijk aan voedsel kunnen komen. Ook kan voeren leiden tot overlast van voedselzoekende ratten. Overal ganzengroepen veroorzaakt (volgens de GGD Amsterdam) ook geluidsoverlast en een grotere kans op ziektes. Het is van belang voor de ganzen en ons bewoners van deze wijk om de dieren geen brood toe te werpen.